Moeilijk hanteerbaar gedrag

We gebruiken geen termen zoals ‘probleemgedrag’ of ‘moeilijk gedrag’. Hoe we kijken naar het gedrag van personen met dementie, bepaalt hoe we ermee omgaan.

Om het gedrag van personen met dementie te begrijpen, moet je eerst hun gevoelens en gedachten begrijpen die dat gedrag bepalen. De manier van gevoelens uiten zal veranderen naargelang de fase van dementie waarin de persoon zich bevindt. De belevingswereld van personen met een beginnende dementie verschilt met deze van personen met een matige of ernstige dementie.

De oorzaken van moeilijk hanteerbaar gedrag zijn soms bij de personen met dementie zelf te vinden, maar soms is het juist de sociale en/of fysieke omgeving die het gedrag in stand houdt.

Zoals we eerder schreven, is het belangrijk om na te denken over de oorzaken van moeilijk hanteerbaar gedrag. Dit kan je doen door observaties te maken, waarbij je de gebeurtenis, de reactie van de persoon met dementie, jouw reactie en het resultaat noteert. Als je dan een aantal patronen (steeds terugkerende factoren) ontdekt, kan je door het veranderen van één of alle factoren, het gedrag van de persoon met dementie proberen te beïnvloeden.

‘Moeilijk hanteerbaar gedrag’ kan zich in verschillende vormen voordoen. Voorbeelden zijn aanhankelijkheid of kleefgedrag, agressie, apathie, decorumverlies, dwaalgedrag, hallucinaties, herhaling en nachtelijke onrust.

We geven enkele algemene vuistregels die ons kunnen helpen om beter om te gaan met personen met dementie