Menu

De impact van jongdementie

In het algemeen zijn jonge personen met dementie lichamelijk fit en leiden ze een actief leven. Daardoor schatten ze hun situatie vaak rooskleuriger in en geven ze de regie niet zo gemakkelijk uit handen. In de beginperiode ontkennen veel jonge mensen met dementie dat ze bepaalde taken niet meer zo goed kunnen uitvoeren of ze proberen de ziekteverschijnselen te verbergen.

Iemand met dementie maakt een ingrijpend verliesproces door. Door de ziekte kan iemand op een gegeven moment zijn werk en hobby’s niet meer uitvoeren en kan hij steeds minder goed deelnemen aan het dagelijkse (gezins)leven. Voor jonge mensen is het lastig om hun positie als kostwinner, opvoeder of chauffeur op te geven. Het vraagt vaak wat creativiteit om bepaalde activiteiten toch over te nemen, zoals de financiën, huishoudelijke taken, … Beslissingen rond hun maatschappelijk functioneren zijn ingrijpender dan bij oudere personen met dementie.

Financiële positie

In de meeste gevallen werken man én vrouw. Als één van hen dementie krijgt (zeker wanneer de persoon met dementie kostwinner is), riskeert het gezin financiële problemen te krijgen. Momenteel is er nog geen arbeidsbescherming voor mensen die op jonge leeftijd dementie krijgen.

De kosten van een gezin met opgroeiende kinderen zijn hoog. Opleidingen moeten worden betaald en de hypotheek moet worden afgelost. Een mantelzorger die de kost verdient, probeert eerst werk en zorg te combineren. Vaak moet je een betaalde kracht in huis nemen. Opname in een voorziening (dagcentrum, kortverblijf, woonzorgcentrum) brengt kosten met zich mee die voor een aantal gezinnen moeilijk op te vangen zijn.

Juridische consequenties

Vaker en eerder dan bij oudere personen met dementie zal een aanvraag voor bewind nodig zijn. Het komt nogal eens voor dat grote financiële uitgaven worden gedaan of het geld gewoon verdwijnt. Verzekeringsmaatschappijen zullen niet altijd bereid zijn de persoon met dementie te verzekeren. Verder kunnen allerlei maatregelen worden genomen, zoals het aanpassen van het testament en het aanwijzen van een gemachtigde voor financiële zaken.

Voor meer informatie over juridische bescherming rond jongdementie verwijzen wij je graag door naar www.jongdementie.info.

Autorijden

Is de persoon met (jong)dementie nog vaardig genoeg om een wagen te besturen? Het is een zeer moeilijke beslissing, want hiermee beroven we vaak zijn vrijheid. Wie neemt deze beslissing? De arts, de partner, de kinderen?

Dementie heeft gevolgen voor de rijvaardigheid. Het vinden van de weg, het inschatten van verkeerssituaties en het snel reageren in onverwachte situaties wordt moeilijker. Het kan tot gevaarlijke situaties leiden en dan is autorijden niet meer verantwoord.

Wanneer je als bestuurder van een (gemotoriseerd) voertuig de diagnose van (jong)dementie krijgt, moet je bij de ‘Dienst Bevolking’ van de stad of gemeente je rijbewijs binnen de vier werkdagen inleveren. Daarna is het wel mogelijk om bij het CARA (centrum voor rijgeschiktheid en voertuigaanpassing) een rijvaardigheidstest af te leggen. Die gespecialiseerde dienst is een afdeling van het Belgische Instituut voor de Verkeersveiligheid (www.bivv.be). De huisarts kan dit ook verplichten zonder het akkoord van de patiënt en zonder daarbij het beroepsgeheim te schenden. Als uit de rijvaardigheidstest blijkt dat je de auto nog goed kan besturen, zal het CARA een rijgeschiktheidsattest afleveren. Hiermee kun je het oorspronkelijke rijbewijs weer afhalen bij de ‘Dienst Bevolking’ van je stad- of gemeentehuis. Het is mogelijk dat ze je beperkingen zullen opleggen, zoals niet mogen rijden wanneer het donker is of uitsluitend in de eigen gemeente mogen rijden. Zulke wijzigingen moet je doorgeven aan de verzekeringsmaatschappij, anders ben je misschien niet correct verzekerd. Uiteraard heeft een beperkte mobiliteit een grote impact op het dagelijkse functioneren van de persoon met jongdementie, maar het is belangrijk een goed evenwicht te vinden tussen persoonlijke belangen en de verkeersveiligheid.

Wat als de persoon met (jong)dementie niet wil stoppen met rijden?

  • Probeer de persoon met (jong)dementie duidelijk te maken waarom het autorijden niet meer kan. Speel op het gevoel in door te vragen of hij wil stoppen, omdat je bezorgd bent. Soms helpt het als een persoon met aanzien dit vertelt of dit in een brief uitlegt, zoals de huisarts.
  • Indien dit niet wordt begrepen, is het vaak het beste om bijvoorbeeld de autobatterij af te koppelen, zodat de auto niet kan worden gestart.
  • Bied je diensten als chauffeur aan, of stel met de familie een rijschema op.
  • Ruil de auto in voor een ander merk of model. Als de persoon met (jong)dementie de auto niet kent, is de kans groter dat hij een ander laat rijden.
  • Parkeer de auto om de hoek en leg de autosleutels weg. De persoon met (jong)dementie wordt er dan minder aan herinnerd dat hij auto wil rijden.
  • Denk eraan dat de verzekering de kosten niet zal uitbetalen aan de slachtoffers, indien er geweten is dat de autobestuurder een vorm van (jong)dementie heeft.